Ban het woord ‘homo’ van het schoolplein (Trouw)
In Nederland wonen 2,7 miljoen lhbti+-personen. ‘Een veel grotere groep Nederlanders dan algemeen werd aangenomen,’ verklaarde zelfs het CBS onlangs in NRC. Van de jongeren tussen de 15 en 24 plaatst zelfs een op de vijf zich in deze groep.
Homo. Ho-mo. Ho-mó. Terwijl de waaier aan identiteiten breder wordt, blijft iedereen die niet hetero is op het schoolplein ‘een homo’.
Iedere schooldag is het woord te horen: bij de fatbikes, bij het kluisje, in de gang. Mijn ouders hoorden het vroeger al, ik ook, en nu mijn leerlingen, het lijkt een traditie in de schoolcultuur.
Televisiepersoonlijkheid Johan Derksen verklaarde dat iedere jongen ‘een flinke jongen moet worden’. Het is volgens hem niet zo moeilijk om uit de kast te komen. Stel je niet aan, klinkt het vaak: het wordt niet zo bedoeld.
‘Informeel en spottend’
Deels klopt dat: ‘homo’, en ook ‘gay’, worden door jongeren toegepast bij het telefoonverbod, onvoldoendes, linkse politiek, volleybal en theater. Volgens het Oxford English Dictionary wordt gay ‘informeel en spottend’ gebruikt.
Maar als jongeren het woord ‘zwart’, ‘moslim’ of ‘jood’ gaan gebruiken om dom gedrag te benoemen, zouden leraren dit accepteren?
De NPO zond vorig jaar een documentaire uit over de zestienjarige Daan. Hij wordt uitgelachen om zijn interesse in theater en met regelmaat uitgemaakt voor ‘homo’. Hij zou uit het leven stappen.
Volgens platform suïcidepreventie 113 is dat geen incident. Toch blijft maatschappelijke verontwaardiging uit. Er zijn, terecht, talloze campagnes tegen de uitwassen van (institutioneel) racisme, tegen vloeken en tegen schelden met ziektes. Waarom gaat het zelden over homofoob pesten?
Voor tieners kan het verwarrend zijn als je identiteit samenvalt met woorden die dagelijks stigmatiserend, spottend en negatief gebruikt worden. Ook als je een andere lhbti+-identiteit hebt als homo. Hulp vragen kan voelen alsof je uit de kast komt.
Voor veel kinderen die nadenken over hun identiteit, en worstelen, komt dat nog te vroeg. Daarom komen veel jongeren in de zomer ná het eindexamen uit de kast. Middelbare scholen zijn niet altijd even veilig.
In het boek Out of the Shadows, een analyse over de levenservaringen van queer mensen, omschrijft psycholoog Walt Odets hoe de maatschappij de eigen angst en zelfhaat projecteert op gestigmatiseerde minderheden. En in Straight Jacket legt Matthew Todd uit hoe mensen uit deze groep zichzelf kunnen gaan stigmatiseren en daardoor vaker last hebben van depressie, angst, verslaving en suïcidale gedachten.
Voorbeeldfunctie
Maar er is toch vrijheid van meningsuiting, werpen mensen tegen. En we laten ons geen agenda opdringen door linkse activisten. Dat gaat volledig voorbij aan de cruciale rol van docenten in het uitbannen van het scheldwoord ‘homo’.
Naast het overbrengen van hun vak hebben docenten een voorbeeldfunctie voor alle leerlingen in de klas. De onderwijsinspectie onderstreept het belang van ‘een goed klimaat’ als voorwaarde van leren. ‘Kinderen vinden het erg belangrijk’, schrijft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ‘dat je jezelf mag zijn’.
Hou er dan wel rekening mee dat bijna een op de vijf leerlingen in de klas queer is. En dat een grotere groep nog nadenkt over de eigen identiteit. Gen Z, de jongvolwassenen van nu, denkt wezenlijk anders over gender en seksualiteit dan oudere generaties.” Laten we samen zorgen dat ‘gay’ en ‘homo’ niet meer de populairste scheldwoorden op het schoolplein zijn. Ook als docenten: onze vakken verschillen maar we willen allen een veilige klas.
Nederland is nog altijd het land van Grondwetsartikel 1, met een verbod op discriminatie. Dit verbod wordt nadrukkelijk uitgebreid met discriminatie op grond van seksuele gerichtheid, maar tot nu toe laten we homofoob pesten op school onverschillig doorgaan. Het is tijd om daar definitief afscheid van te nemen.
Voor Trouw van 4 november 2024.