De laatste keer dat Wilco in Nederland speelde werd Trump verkozen. Jeff Tweedy liep het podium van TivoliVredenburg op, balde zijn vuist en sprak: ‘I would like to salute, the ashes of American Flags’, naar een liedje die hij vijftien jaar eerder schreef. Een intens concert. Bijna twee jaar later is Tweedy terug voor een zeldzame soloshow. Zijn vorige bezoekje is hij niet vergeten. ‘The last time something terrible happend. It is so much worse than we could have imagined.’


Tweedy is een uitgesproken man, die gedijt bij vrijheid. De filmpjes waarbij hij een onrustig publiek met de grond gelijk maakt zijn bekend. Tweedy zelf is blij dat hij even geen festival hoeft te doen, hoe mooi het concept van Crossing Border of het strand van Into The Great Wide Open ook moge zijn; ‘I don’t think my songs should be played in a place where they’re playing a beachball around’. We geven hem gelijk, want Tweedy brengt een bijzonder, verstild concert. Fraai om te horen hoe een rasmuzikant als hij toch grootse dynamiek in fluisterzachte subtiliteit weet te leggen.

Het past bij de levensfase van Tweedy, die er per tournee meer verwaarloosd uit gaat zien. Het rusteloze in hem lijkt in ieder geval voor nu getemd. Tweedy reflecteert. Zo schreef hij een autobiografie die binnenkort verschijnt en bracht oude successen opnieuw op. Hoewel hij vanavond braaf vasthoudt aan die akoestische herbewerkingen van Together At Last, graaft hij ook dieper in zijn eigen catalogus. Haast vergeten liedjes van Golden Smog, Loose Fur en Uncle Tupelo komen – naast veel werk van Wilco – voorbij. Niet alles is even magisch, soms wordt het een klein beetje vlak, maar Tweedy biedt consequent kwaliteit. Precies zoals we van hem gewend zijn.

Wilco-klassiekers als Via Chicago, A Shot In The Arm en zelfs het experimentele Bull Black Nova, normaal voorzien van gitaarstormen en absurde solo’s, worden voor de verandering simpel gehouden. Daarnaast laat hij zien hoe een man-met-gitaar zijn publiek bij de les kan houden. Anderhalf uur lang wisselt hij vlijmscherpe, sarcastisch humor af met schitterende liedjes. ‘This is a new song. Let’s do a sing-along!’

Nu stemmen die nieuwe liedjes helaas iets minder hoopvol. Tekstueel zitten er speelse, politiek verantwoorde vondsten in, maar creatief zijn ze weinig onderscheidend voor Tweedy, een beetje suf zelfs. Gelukkig doet de komiek in Tweedy die dipjes snel vergeten. Hij houdt het tempo erin en geeft favorieten als Misunderstood, Passenger Side en Jesus Etc. liefdevolle uitvoeringen. Tweedy zong het zelf al, every song is a comeback. Geen Wilco-concert, wel genieten voor de liefhebber. En hup, nu weer een onderscheidende plaat maken, Jeff. Dan zien we je graag terug tijdens election night 2020.

BRON: OOR