Concert: flitsende Ryan Adams kan geen flits verdragen
Bij de merch verkopen ze een linnen tas met de tekst ‘I love Ryan Adams because I love Satan’. Die tekst is natuurlijk een knipoog, hoewel er ook een kern van waarheid in zit. Ryan Adams – de man die teveel country is voor rock & roll en teveel rock & roll voor country – kan inderdaad een enfant terrible zijn. The Strokes geven in een recent boek (Meet Me In The Bathroom) van Lizzy Goodman ‘junkie’ Adams zelfs de schuld van hun commerciële ondergang. Adams is daar op zijn beurt niet van gediend en laat het vuur regelmatig oplaaien, wat dan weer in een wat kinderachtige welles-nietes discussie ontaard. Gisteren nog via Twitter, gewoon, aan de ontbijttafel. Allemaal prima, zolang hij maar zijn rust neemt. In 2011 voelde hij zich ziek in het Bredase Chassé en tijdens zijn show in Paradiso (2014) verliet Adams met stemproblemen vroegtijdig het podium. Oogt hij nu wel gezond?
Nou, op voorhand wordt het publiek drie keer gewaarschuwd. Eén keer bij de entree, twee keer vlak voor aanvang van het optreden. Voor wie het Engels niet verstaat, ook in het Nederlands. Wegens een medische aandoening mogen er geen foto’s met flits gemaakt worden: zelfs de kleinste lampjes moeten afgeplakt worden. Dit strikte verzoek niet naleven kan zorgen voor een epileptische aanval. Tijdens zijn enige Nederlandse clubshow, die een Europese festivaltour onderbreekt, mag de muziek spreken. Zijn platen bewegen steeds meer richting de classic rock en live mogen de liedjes van Ryan Adams en Prisoner een tandje bij. Adams, 42, wordt omringd door beduidend jongere muzikanten en zelf gedraagt hij zich ook zo. Zijn band speelt degelijk, maar zelf eist hij de aandacht op. De kleine Adams is tijdens de eerste helft van het concert bezig met image, neemt poses aan en laat zijn spierballen rollen. Alle drumpartijen hadden op Born In The USA kunnen staan terwijl het gitaarwerk The Smiths of The Cure in herinnering roept. Oudjes als When The Stars Go Blue worden opnieuw gerangeerd en krijgen dezelfde sound als recenter werk. Een sound zonder twijfel, alsof er in het leven geen enkele onzekerheid bestaat.
Utrecht heeft geluk met de setlist. Lang, meer dan twee uur, waarin diep wordt gedoken in de inmiddels zestien soloplaten tellende loopbaan. Het heftigst zijn I Just Might – met een riff die naar naar metal neigt – en Am I Safe, dat live zowaar een beetje aan stoner doet denken. Hard en rauw, zoals Adams muziek het liefste hoort. Het publiek daarentegen reageert warmer op oudje Dear Chicago en de spetterende uitvoering van Magnolia Mountain. Het is met bijna twintig minuten, vol met Down By The River-solo’s en Allman Brothers-jams, de verrassing van het concert. Je voelt ijs breken en plotseling, na een uur, glinstert zijn onderscheidende talent: spelen met gevoel. Als deze grillige man er zin in heeft, zijn zijn zang- en gitaarwerk uit de kunst. We horen dan een sound met twijfel, alsof er in het leven geen enkele zekerheid bestaat.
In meer obscure tracks als Invisible Riverside, Halloweenhead en I See Monsters krijgen we Adams op zijn kwetsbaarst, met die karakteristieke countrysnik. Het is een andere zekerheid van een Ryan Adams-concert: je moet een hart van steen hebben wil deze vakman je niet raken. Aan het eind van de rit zijn er New York, New York en Come Pick Me Up. Klassiekers in de catalogus en daardoor vaste prik. Helaas klinken ze meer plichtmatig dan bezield. Het slotakkoord is nog niet aangeslagen of de rookmachines gaan op volle tour draaien. Terwijl de band vlammend besluit met Shakedown On 9th Street, verschijnt er een silhouet op het podium. Het is een zesde bandlid, gemaskerd, hevig tamboerijn spelend. De rook waait om hem heen terwijl de band doordendert. Langzaam lost de rook op en zien we wie de ster is van het vreemde slot. Satan.