Terwijl R&B de hiphop domineert en er een renaissance door de jazz waait, beleeft geen genre zo’n identiteitscrisis als countrymuziek. Ondertussen zoekt een van meest verfrissende artiesten in het genre een andere doelgroep. Kacey Musgraves maakte met Golden Hour een tijdloze popplaat. Het is er een om integraal te live te spelen. Dat doet ze dan ook met trots in een uitverkochte Melkweg.

‘Yaaaas!’, roept ze. ‘I see you singing. I appreciate that. Obviously.’ Zingen doet de 30-jarige beter dan praten, maar de vele cowboys (vaders) en prinsesjes in glitterjurkjes (de dochters) lachen haar toe. Ze horen hoe hun gastvrouw vandaag vrolijk, maar morgen misschien een beetje verdrietig is. Dan mist ze haar moeder of kijkt ze nostalgisch terug op de voorbije zomer. Het publiek houdt braaf de mond als Musgraves vertederend de basisemoties bezingt.

Dat moet ook wel want Musgraves zingt met weinig volume. Haar vocale bereik is live wat beperkter dan op plaat. Daar schuilt ook niet haar kracht, deze zangeres gaat voor rust en kalmte. Nergens hoeft het geluid opgeschroefd te worden tot oordopniveau. De miljoenenstem is zo vriendelijk dat zowel je snobistische hipsterbroertje als je tuinierende schoonmoeder het zullen waarderen.

Aanvankelijk blijft Musgraves keurig trouw aan haar opnames, later wordt het ietsje losser. Oh What A World valt bijvoorbeeld op vanwege een smaakvol modern klassiek arrangement. Dat is de verdienste van haar grote band, die met zowel banjo als cello niet alledaags en toch eenvoudig klinkt. Musgraves zelf laat het er makkelijk uitzien. Ze is een toegankelijk persoon, bijna te normaal om een popster te zijn, en daarom houdt de Melkweg van haar. Een basic bitch, met diepgang. Niet teveel, niet te weinig.

Toch zijn – en blijven – het de nieuwe liedjes die haar onderscheiden. Zonder bleef er weinig van de show over. Zijn die oudere liedjes dan echt zo cheesy? Ja, genadeloos cheesy zelfs. Live ligt de nadruk daardoor meer op de veilige Skyradio-kant, hoewel de weemoed van Sufjan Stevens Seven Swans en Becks Sea Chance ook geregeld door de schitterende melodieën echoot. Het zijn werelden die je maar zelden gecombineerd krijgt, zeker als je het geloofwaardig wil laten klinken. Musgraves kan ’t. Ze deed zelf alvast een glitterkroontje op. Hoeven wij dat niet meer te doen.