Op het stille veld staan Stefan en Lisette. Zoals ze altijd op foto’s staan. Ze zijn altijd samen, maar niet echt een stel. Erik de Jong vertelt over ze, terwijl hij de tweede dag van Down The Rabbit Hole geopend verklaart. Dat het vroeg is zie je niet aan de mensenmassa. Er zijn bezoekers die alleen maar willen zwemmen, maar hier staan de mensen die terugkomen, voor een nieuwe Spinvis-show. De liedjes van Spinvis zijn gemaakt voor ieder tijdstip, iedere sfeer en emotie. Sunon en De Grote Zon, gezongenmet toegeknepen ogen, zijn intiem en overstemmen nauwelijks het geroezemoes van het festival. Het lijkt alsof Erik even één zin uit De Grote Zon benadrukt: “maak niet zo’n kabaal”. Gelukkig kan Spinvis – live een hechte band van zes muzikanten — zelf ook aardig wat kabaal maken. Met het hard rockende Artis, bijvoorbeeld, ingeleid door een ontregelende trompetsolo van Merel Junge, of met de raggende anarchie van Tingeltangel Hersenpan — “geluk is een gerucht!”. 

Maar wat gaat er vandaag om in Eriks eigen hersenpan? Terwijl de oude liedjes een nieuw publiek vinden — Froukje en Ronnie Flex spraken bewonderend over Spinvis — gaat Spinvis zelf verder. Vandaag knipte hij Smalfilm in twee en de delen naaide hij toen mooi weer aan elkaar. Door een prominente rol voor een melodica, is het nummer onherkenbaar vervormd. “Waarheid is een raadsel en het gaat als volgt: het is een goede vriend maar altijd te laat”. Het publiek zingt het woordelijk mee. Als Erik, ter plekke, de tekst verandert, tikken sommige bezoekers elkaar oplettend aan. “Ik ben een man van vijftig zestig”.

Dat ouder worden is wel een rode draad door recentere Spinvis concerten. Het zit in de Spinvis-clubtour én de Spinvis-theatervoorstelling, die momenteel synchroon door Nederland worden gespeeld. Ouder worden was ook een overkoepelend thema op 7.6.9.6, dat in het najaar van 2020 verscheen. Op de hoes zit Erik, in de verte, op een bankje. Een herfstig Vondelpark om hem heen, maar in de herfst van zijn carrière zit Spinvis nog lang niet. Hij bezingt vergankelijkheid met wijsheid. “Verliezen is goed”, zingt hij het overwegend jonge publiek toe. “Het geeft je meer dan winnen ooit doet.” Dat Spinvis veel hits negeert — Wespen, Zwemmen, Bagagedrager, Voor ik vergeet — wordt geaccepteerd. Dan kiezen we wel nieuwe. 

Zoals Picasso, de kat van een meisje, de stilste van de klas, toen de spiegel nog een jongen zag. Het liedje is, met Franse woordjes en gefloten intermezzo, bedrieglijk optimistisch. Die tegenstrijdigheid typeert meer Spinvis liedjes. In de liedjes roest de liefde, maar wordt het ook gevierd met vrolijke Belle & Sebastian-achtige trompetten. Deze muzikanten zijn niet bang om te proberen, om afscheid te nemen van het bekende. De liedjes evolueren. Krijgen een ander leven op het podium. Ergens op het veld horen Stefan (met zwarte Clarks) en Lisette (met schipperspet) dat het goed was. Het maakte ze niet uit hoe vaak ze Spinvis al zagen optreden: deze keer voelde weer als de eerste. “Jij bent de trein, het vuur, de dageraad”, horen ze Erik zeggen, in de emotionele ontknoping. Wat hij daarmee bedoelt? Erik verontschuldigt zich; dat weet hij zelf ook niet.

Dit artikel verscheen op 4 juli 2022 in OOR.