Op de basisschool keek ik De Wereld Draait Door met mijn opa en oma. Als we belden, dat deden we vaak, ging het eigenlijk altijd wel over “de uitzending van gister”. Zo maakte ik kennis met de held van mijn oma, auteur Maarten het Hart, maar keek mijn oma in de huiskamer ook naar mini-optredens van Kendrick Lamar, Lana Del Rey en Vampire Weekend. Als kind vond ik Matthijs van Nieuwkerk, die alles energiek in goede banen leidde, daarom super cool.

Ik ken geen Nederlands programma waar generaties elkaar op zo’n manier ontmoetten. Die kruisbestuiving vond plaats met een grote ruimdenkendheid in gespreksonderwerpen; droge video’s werden afgewisseld met actualiteit, sport volgde na een gesprek over literatuur, een kort optreden na de actualiteit van de dag. DWDD verbond.

Deze week verscheen een kritische analyse van DWDD in NRC. Vijftien jaar aan data toonde, bijvoorbeeld, dat de man-vrouw verhoudingen onder gasten behoorlijk scheef lagen. De kritiek begrijp ik. De andere kant is dat de wereld, inderdaad stoïcijns door draaiend, in werkelijkheid vele male complexer is dan in 50 minuten zendtijd gepresenteerd kan worden. Door de grote variatie aan gespreksonderwerpen kreeg niemand precies de televisie die 100% comfortabel voelde.

DWDD uitzendingen waren daarom bijna altijd een beetje leuk én een beetje leerzaam. Ik heb altijd vertrouwen gehad in de goede intenties van de redactie. Hoewel Matthijs door de jaren minder cool werd, en DWDD soms routineus, kwam richting de finale de magie, en mijn waardering voor Matthijs, helemaal terug. Ik meen het oprecht als ik zeg: dankjewel, Matthijs en team. Voor het samenbrengen van generaties. Voor iedere avond een uitzending. Voor al die vijftien jaar. 

met Matthijs van Nieuwkerk tijdens de Wereld Draait Buiten (2013)