Grasnapolsky 2015: De veelbelovende geboorte van Klangstof en de intrigerende wederopstanding van Alamo Race Track
Sinds vorig jaar een regelrechte aanwinst, al voor het officiële festivalseizoen goed en wel aanbreekt: festival Grasnapolsky. Een knus, intiem en gezellig winterfestival op een bij voorbaat al legendarisch verklaarde locatie, Radio Kootwijk. Ooit – in de tijd dat Nederland nog koloniën had – in gebruik als zenderpark, inmiddels een beschermd en verlaten monument. Geen wonder dat Grasnapolsky maar ruimte kan bieden aan maximaal 1100 bezoekers. Ondanks een klein budget en een gebrek aan ‘echte’ headliners, heeft de organisatie wel enkele primeurs vast weten te leggen. Midden op de Veluwe zien we daarom een aantal acts waar we dit jaar zonder twijfel nog meer van gaan horen.
De eerste primeur is er eentje die bijna het levenslicht niet had gezien. Naar eigen zeggen was Moss-bassist Koen van der Wardt aanvankelijk veel te introvert om zijn eigen liedjes live ten gehoren te brengen. Toch staat hij vandaag voor het eerst op een podium als Klangstof, met verder ook ervaren Moss-collegae Michiel Stam (op gitaar) en Finn Kruyning (op synthesizer) in de gelederen. Toch is Klangstof meer dan een simpele Moss-zijtak. Deze groep gaat verder waar We Both Know The Rest Is Noise (2014) ophield. Dat betekent in de praktijk veel syntheziers, ritmiek en dynamische geluidsstormen die soms wel wat weg hebben van Atoms For Peace en The Knife.
Toch wordt het oorspronkelijke liedje nergens uit het oog verloren. Want liedjes schrijven, dat kan van der Wardt uitstekend. Zes Klangstof-liedjes krijgen we te horen, waarvan er minimaal vier op het eerste gehoor intrigerend klinken. ‘Close Eyes To Exit’ en ‘Hostage’ zijn fraai, ‘We Are Your Receiver’ en ‘Island’ meer dan dat. De flink ontsporende finale in dat laatste nummer is tamelijk grandioos en zet het kippenvel dik op de armen. Aanvankelijk is de sfeer nog gespannen, maar na de wat stroeve start zit de groep er fijn in. Van der Wardt kan de rol als frontman gemakkelijk aan en bezit over een warme en ultiem dromerige stem. Tel daar twee mooie covers bij op van Wilco’s ‘Jesus Etc’. en Portishead’s ‘The Rip’ (a.k.a. “Misschien wel het mooiste liedje ooit”) en je hebt een setlist waar Klangstof nog vele festivals mee af kan deze zomer.
Nog een primeur dan. Roos Rebergens – beter bekend als Roosbeef – laat tijdens zonsondergang haar langverwachte nieuwe plaat ‘Kalf’ horen. Rebergen – inmiddels woonachtig in Antwerpen – maakt op haar derde langspeler een meer luistervriendelijke en nonchalante indruk dan voorheen. De ‘ik-moet-de-wereld-nog-leren-begrijpen’-sfeer van debuut Ze willen wel je hond aaien maar niet met je praten is er grotendeels af. Daarnaast is Rebergen door de jaren heen, zowel qua techniek als qua zuiverheid, een stuk beter gaan zingen. Samen met haar vernieuwde liveband zet ze een vrolijk en spontaan optreden neer waarbij de toon als altijd eigenzinnig is. Onveranderd is haar ongemakkelijke en soms haast spastisch ogende podiumpresentatie. Maar dit heeft ook weer haar charme. Het rauwe randje mag er dan grotendeels af zijn, deze hernieuwde set staat Roosbeef als een op maat gemaakt pak.
Een dikke vijf jaar na zijn debuut is Tim Knol nog altijd vet. Vanavond staat hij niet geprogrammeerd om zijn gevoelige en tijdloze popliedjes te zingen maar om vuig te rocken met zijn nieuwe garageband The Miseries. Exit Neil Young, enter the Ramones zeg maar. Vandaag niet in een garage of in een donkere skatehal maar in een voormalige paardenstal. Ook dit is een typisch gevalletje van dikke prima, gezien de grote belangstelling voor het optreden van Knol. Dit mag ook geen verrassing heten na een clubtour en enkele festivalshows op onder meer Le Guess Who?, Into The Great Wide Open en Noorderslag. De groep heeft inmiddels een liedje of twaalf goed genoeg in de vingers zitten om een overtuigende en opzwepende set neer te zetten. Knol profileert zich als frontman van The Miseries als een nonchalante garagerocker in joggingbroek. Zijn imago-switch kan er mee door, maar het songmateriaal is niet altijd even sterk. Effectief door een gezonde dosis puberale felheid, maar soms wel erg voor de hand liggend. Onbewandelde paden beloopt Knol hier niet, maar ach – dat deed hij voorheen ook niet. Dit aftikken-en-door half uurtje is vermakelijk, voor nu, maar niet zo hoogstaand als zijn reguliere werk.
Dan brengt Nouveau Vélo het er in diezelfde paardenstal een uurtje later toch een stuk beter vanaf. Wegens een auto-ongeluk van drummer Twan Welten is de groep uit Helmond noodgedwongen weer een trio. Geen nood: in deze driemansformatie speelde Nouveau Vélo jaren vol. Niek Leenders op gitaar, Bart Haverkort op bas en frontman Rolf Hupkes als drummer én zanger. Waar de releaseshow van prachtdebuut Nouveau Vélo enkele maanden geleden nog wat statisch was, is daar vandaag geen sprake van. De groep speelt los, fel en vol onderlinge chemie. Indieparels als het onweerstaanbare ‘Kite’ en ‘hitje’ ‘Turning Away’ krijgen glansuitvoeringen terwijl tegen het einde van de tien nummers tellende set de band trippender dan ooit tevoren klonk. Tijdens ‘Wander’, ‘Blue Lights’ en een epische vertolking van ‘1994’ gaat het dak er onverbiddelijk af met een ware moshpit. Iemand doet zelfs een poging het dak van de stal te bereiken door in een houten paal te klimmen. Terecht, gezien deze gestroomlijnde bazenset.
We besluiten onze festivaldag met de wederopstanding van Alamo Race Track. Vooruit, nog één primeur om het af te leren. De Amsterdamse band rondom Ralph Mulder presenteert vandaag voor het eerst nieuw materiaal van langverwacht vierde studioalbum Hawks, dat 23 maart het levenslicht ziet. Een waar podiumbeest zal Mulder nooit worden. Nog altijd is hij een wat schuchtere frontman die zich in het verleden al andermaal heeft bewezen als begenadigd liedjesschrijver. Vanavond is hij in goede doen. Alamo Race Track is zelfs vrijgevig. Maarliefst zeven van de twaalf nieuwelingen passeren de revue. Welke pad de groep deze keer gaat bewandelen? Op het eerste gehoor gaat de groep een langzamere, donkere en meer psychedelische kant op, waarbij het melodieuze handelsmerk van ART nergens verloren gaat.
Hoewel het hernieuwde bandgeluid even wennen is, zijn de nieuwe liedjes stuk voor stuk de moeite waard. In het bijzonder klinken ‘Hawks’, ‘Everybody Let’s Go’ en nieuwe single met belachelijk veel groeipotentie ‘Young Spruce And Wires’ intrigerend. Ook oudere liedjes van meesterwerk Unicorn Loves Deer (2011) en Black Cat John Brown (2006) zijn in een nieuw jasje gestoken. Zo klinken ‘Records’ en ‘Apples’ langer opgerekt en in deze huidige uitvoering beter dan vastgelegd op plaat, en worden ook meezingers als ‘Unicorn Loves Deer’ en ‘The Northern Territory’ van nieuwe arrangementen voorzien. Zo horen en zien we het graag. Nederlandse bands met ballen én bijzonder goede liedjes. Alamo Race Track is nog altijd de koning in het Nederlandse muziekparadijs.
Foto: Lotte Schrander (©)