De nieuwe plaat van Cate Le Bon klinkt als Deerhunter’s Why Hasn’t Everything Already Disappeared? Of anders geformuleerd: de nieuwe Deerhunter klinkt als Cate Le Bon. De Welshe dertiger drukte als producer flink haar stempel op het geluid van Bradford Cox en co. Het was misschien een verassende keuze maar bleek een gedroomde samenwerking. Wat Cate in de studio bij Deerhunter voor elkaar kreeg, lukt evengoed op haar soloplaat Reward. Het vooruitgeschoven Daylight Matters bleek een uitstekende voorbode. Reward is een scharnierpunt in Cate Le Bon’s toch al interessante carrière.

Bradford Cox en Cate Le Bon ontmoetten elkaar via Internet. “Bradford schreef iets prachtigs over mijn album Mug Museum voor Pitchfork”, vertelt Le Bon aan de telefoon. “We raakten aan de praat en hij nodigde me uit om bij hem te verblijven tijdens een tournee. Daarna hielden we contact.” En zo vloog Le Bon voor een langere periode naar Texas, waar ze meewerkte aan de achtste Deerhunter plaat. “Het is een absolute trip om je in de wereld van Bradford Cox te begeven. Bradford is een extraordinary person. Hij is onmogelijk te beschrijven. Alsof hij op aarde loopt sinds het begin der tijden. Bradford heeft een prachtige, bijna kinderlijke verwondering voor muziek. Hij kan extreem opgewonden zijn en leeft voor kunst en creativiteit. Zijn liefde daarvoor is onvoorwaardelijk. Het was een eer om hem beter te leren kennen. Lockett is ook een absolute sweetheart.”

Daarnaast bevalt het produceren van de muziek van anderen Le Bon prima. “Sinds ik uitgenodigd wordt om te produceren vind ik het leuk. It’s a gift. Als je werkt met een band, wil elk bandlid iets anders van je. Werken als producer is daarom veeleisend en altijd anders. Maar the reward is groot als je een geluid produceert waar iedereen gelukkig mee is. Elke plaat is een leerproces, ook voor mijzelf. Je bent dwaas als je niet reflecteert op het creatieve proces. Je moet je blijven ontwikkelen als artiest en als producer.”

Toch produceerde ze haar nieuwe plaat niet zelf. Het was zelfs de vraag of Le Bon professioneel muzikant wilde blijven. “Ik heb een meubelcursus gedaan voor een jaar. Dat was iets wat ik al lange tijd wilde doen, maar als je in een werkritme zit, in een cyclus van optreden en platen maakte, kom je daar niet aan toe. Muziek creëren is intens en het kost veel energie, vooral het vele reizen kan uitputtend zijn. Meubels in elkaar zetten is wat dat betreft meditatiever. Je kunt je speelse creativiteit kwijt, maar je werkt ook met tastbaar materiaal. Je werkt met je handen. Hout kun je voelen en aanraken, terwijl muziek ontastbaar is.”

“Ik wist ook niet of muziek echt mijn toekomst zou zijn”, vervolgt Le Bon. Die twijfel en intense reflectie hoor je terug op Reward. De plaat ademt verandering en laat een herboren artiest horen. In ieder liedje valt wat te vinden. Een rafelig detail, een verrassende wending, of een hypnotiserende melodie. “Tijdens mijn meubelcursus bracht ik veel tijd alleen door. Nu wilde ik samenwerken met iemand. Iemand die ik vertrouwde. Samur Khouja wist in wat voor mentale toestand ik me bevond en kon daar precies op inspringen. Soms is het moeilijk om zowel creatief en kritisch te zijn. Dit kan niet tegelijkertijd, op hetzelfde moment. Daar helpt samenwerking echt bij.”

De uitstekende single, Daylight Matters, blijkt om verschillende redenen een bijzonder liedje. Het nummer is exemplarisch voor het album. Le Bon creëerde de demo in haar eentje. “Ik schreef Daylight Matters in the Lake District. Het liedje is geschreven op piano. Ik heb er bewust niks raars mee gedaan, maar geprobeerd het zo natuurlijk mogelijk in de studio op te nemen. Daardoor klinkt mijn nieuwe materiaal ook wat naïever. Dat is ook de insteek voor mijn nieuwe plaat; Reward is intiemer en directer. Deze liedjes zijn overwogen en doordacht. Live ga ik het ook spelen met een grotere band, er komt een saxofonist mee. De saxofoon is wat mij betreft een van de mooiste instrumenten.”

Op Reward speelt dat instrument een rode draad. In ieder liedje hoor je wel een saxofoon die de textuur van het lied benadrukt. Nog steeds creëert Le Bon kleine miniatuurwereldjes, maar de absurdistische riffjes en de rusteloosheid van de vorige platen is naar de achtergrond verdrongen. “Mijn vorige albums werden gedicteerd door instrumenten. Heel machinaal. Het waren albums met hevig bewerkte liedjes. De nieuwe spontaniteit en speelsheid komen uit de Krautrock scene. Faust IV is mijn absoluut favoriete plaat. Toen ik die plaat voor het eerst ontdekte, ontdekte ik meteen een nieuwe muzikale vocabulaire. Neu! en veel van Can vind ik ook te gek. Voor mij is Krautrock een aantrekkelijke taal waar ik graag naar terugkeer. It breathes joy and playfulness.”

Zo beheerst en zakelijk als ze aan de telefoon vertelt over haar werk, zo duidelijk neemt Le Bon stelling in het persbericht waarmee Reward aangekondigd werd. Everything is losing it’s meaning, valt er te lezen. “We leven in een aparte tijd waarin rust lastiger te krijgen is. Dit komt vooral door de politiek en het Internet. We worden om de oren gegooid met slogans en woorden die gebruikt worden om te manipuleren. Mensen gebruiken grote woorden omdat ze een doel hebben. Door huge, powerful words lijkt de taal zelf haar betekenis te verliezen.”

Terwijl Le Bon twijfelde of de muziekwereld wel echt bij haar paste, dook haar naam steeds vaker in die wereld op. Ze maakte een mooie plaat met Tim Presley van White Fence en kreeg bijzondere complimenten. Jeff Tweedy schreef bijvoorbeeld dat Cate Le Bon een eigen sound heeft in een tijd waarin het steeds zeldzamer is om een eigen sound te hebben. “Het is altijd fijn om complimenten te krijgen. Maar je moet het wel met een korreltje zout nemen. Je moet niet focussen op de negativiteit, maar ook niet op de positiviteit. Probeer zelf zeker te worden over wat je doet. Toch was het ook een bijzonder compliment. Jeff Tweedy is een gerespecteerde muzikant en ook echt een muziekliefhebber.”

Nu is er dus album nummer vijf, maar is Le Bon zelf tevreden over de plaat? “Altijd als ik iets gemaakt heb háát ik het eindproduct. Heel intens. Maar dit is gewoon. Je brengt continu veel tijd door met de muziek die je in elkaar zet en als je er eindelijk klaar mee bent is het laatste wat je wil doen er nóg meer tijd mee doorbrengen. Maar als ik redenen heb om iets te creëren – en die redenen zijn authentiek – en het resultaat mij weet te bevallen, dan voelt het zinvol om muzikant te zijn. Het kan iets bijdragen in het leven van mensen. Ik kan me bijvoorbeeld nog herinneren dat mijn vader me voor het eerst Pavement liet horen. Dat opende ook nieuwe deuren in mijn denken over muziek. Naar mijn mening is het gitaarspel van Stephen Malkmus zeer invloedrijk geweest. Syd Barrett en David Bowie blijven me ook eindeloos fascineren. Ik kan me nog herinneren dat ik Bowie hoorde als baby, gaandeweg ontdekte ik dat hoeveel liefde in een plaat als Hunky Dory zit.

Le Bon zoekt authenticiteit en vindt die op iedere plaat weer. In dat opzicht passen de albumhoezen, die altijd op de een of andere manier herkenbaar zijn, goed bij haar muziek. Op de nieuwe cover loopt ze door de natuur met een opvallende, lange rode jas. “Kleren zijn een gezonde interesse, maar het is geen materialistisch verhaal. Brands kunnen me niets schelen en ik houd ook niet van de elitaire smaak die rondom mode hangt. Ik poseer ook niet graag op foto’s, maar het was interessant dat Phil Collins (nee, niet dié Phil Collins) beelden schoot waar ik gelukkig mee was. Daarvoor ging ik naar Berlijn, waar we intensief aan beelden hebben gewerkt voor de plaat. Phil kijkt met een bijzonder oog. Het is niet trendy of modern, maar het staat op zichzelf.”

Net als Cate Le Bon zelf.