18 januari 1980. Midden in de Koude Oorlog, vindt op deze datum mogelijk het meest legendarische concert op Eindhovense bodem plaats. Voor het hallucinerende bedrag van 7,50 gulden staat Joy Division op de planken van de oude Effenaar. Het tot op heden invloedrijke Engelse kwartet deed slechts een handjevol optredens in Nederland en exact vier maanden na het Effenaar optreden pleegde Ian Curtis zelfmoord. Omdat mede-oprichter Peter Hook aankomende zondag in de Effenaar een tribute brengt aan Joy Division, haalde wij de bizarre geschiedenis van het concert naar boven. We spraken vele betrokkenen en maakten een reconstructie van een concert waar iedere serieuze muziekliefhebber bij had willen zijn.


© Peter Cox | Joy Division in de Effenaar.

Het begin: een touristische route naar Eindhoven

Joy Division in Eindhoven begint voornamelijk bij twee mannen. Carlos van Hijfte (1954), oprichter en eerste eigenaar van de platenzaak Bullit in 1970. “Een platenzaak was in die tijd nog belangrijk”, vertelt Carlos aan de telefoon. “Ik werd snel onderdeel van een scene die om muziek draaide.” Zo verkocht Carlos in Bullit concertkaartjes voor de Effenaar, destijds nog gewoon van een rolletje. Op deze manier leerde Carlos onder meer Ton van Gool (1956) kennen, die van ’78 tot ’82 bandjes boekte voor de Effenaar. “Ik prijsde Joy Division aan”, herinnert Carlos zich. “Na het horen van Unknown Pleasures deelde ik dit met mijn vrienden en klanten. Zo ontstond er een buzz.” Dus reisde Ton en Carlos af naar de Plan K in Brussel, waar Joy Division later in ’79 het eerste optreden buiten de UK gaf. Een avond georganiseerd rondom de bewonderde schrijver William S. Burroughs, waarbij naast Joy Division ook Cabaret Voltaire optrad. Het Eindhovense tweetal was overtuigd van het kunnen van het Britse kwartet en ging aan de slag.

Niet veel later vertrok Ton naar Engeland. “Het klinkt een beetje nostalgisch, maar het was daar eigenlijk één grote familie”, lacht hij. “De belangrijkste plek in Londen was Rough Trade, met beneden een platenwinkel en boven een label. Er was weinig aanbod in Nederland en Mojo bestond nog niet, dus bandjes zoeken deden we in Engeland. Dat ging vrij informeel. Je zag bandjes hun eerste single zelf in hoesjes stoppen, je kon altijd ergens slapen en mee-eten. En het was feest, want ik kreeg een stapel promo’s mee naar huis. Joy Division stond hoog op mijn verlanglijst, maar was geen dure band. Het precieze bedrag weet ik niet meer uit mijn hoofd, maar het moet tussen de 1000 en 1200 gulden zijn geweest. Een simpel rekensommetje leerde ook dat de Effenaar niet meer kon betalen.” Goedkoop zou Joy Division niet lang blijven, zo blijkt uit het gesprek met Ton. “Je hoorde hun naam rondzingen, ze kwamen langs bij John Peel en je las erover in blaadjes. Vlak voor de show in de Effenaar speelde Joy Division in een grote hal voor 4.000 man in Engeland. Het was daar al een behoorlijke band, maar drie maanden later was er in Nederland pas een recensie in de NME te lezen. De media was super traag in die tijd, waardoor bandjes aanvankelijk klein bleven.”

Een kind kan de poster doen?
Dat Joy Division naar Eindhoven kwam stond bij dezen vast, maar nu moest het heugelijke nieuws nog naar buiten worden gebracht. Carlos speelde daarin als kaartjesverkoper bij Bullit een belangrijke rol, maar er was nog iemand. De toen zeventienjarige Rik van Iersel (1961) kreeg namens de Effenaar de opdracht een poster te ontwerpen voor Joy Division en support-act Minny Pops. “Hij was een jonge hond die in het holst van de nacht zat te kliederen”, weet Ton nog. “Zo is het inderdaad gegaan!” lacht Rik in zijn kantoor in TAC, dat tevens functioneert als één van zijn werkruimtes. “Het vertrouwen van Ton van Gool was enorm groot. Het was een risico om de opdracht aan mij te geven. Ik was namelijk jong van school afgegaan en ik had geen scholing… Maar wel interesse en honger naar de muziek. Door Carlos van Bullit en John Peel heb ik Joy Division leren kennen. Het was één van mijn eerste posters en hij is heel primitief gemaakt. Het idee dat ik op zolderkamertje zat te knutselen is te romantisch. Ik woonde op mijzelf en ik zat in een oude bakkerij, twee verdiepingen onder de grond te werken. Ik had een sterke ‘DIY’-mentaliteit: knippen, plakken, stempelen en veel stiften. Ik kon daardoor gratis naar het concert en kreeg een tosti, haha! Ja, ik kreeg ook wel een vrijwilligersvergoeding, maar dat was minder interessant. Het ging me echt om de muziek. Het optreden en de poster zijn me heel dierbaar gebleven. Ik kreeg de kans om onderdeel van de avond te zijn. Zo voelde dat ook echt.” De poster van Rik werd uiteindelijk in een oplage van 150 stuks gedrukt. De posters werden door de hele stad verspreid. De promotie liep dusdanig goed dat in Eindhoven het verhaal de ronde deed dat het concert al was uitverkocht. Dit was niet zo, uiteindelijk verkocht de Effenaar maar 300 van de 500 kaartjes.

Plaatjes draaien; een hele onderneming

In het voorprogramma stond de Nederlandse band Minny Pops, die later platenlabel Factory deelden met Joy Division. Tot zover de gelijkenissen; Minny Pops maakte vooral kille elektronica. Inmiddels is de nog altijd actieve band op onwaarschijnlijke wijze uitgegroeid tot een groep veteranen. Toetsenist Wim Dekker, destijds 20 jaar oud, omschrijft zichzelf nu als een verlegen iemand die gebukt ging onder het ‘no future’-gevoel. “In de zaal hing een afwachtende spanning”, schrijft Wim in een email-conversatie. “Er werd nog lekker geschreeuwd naar de bands, om te provoceren. Niets kwaadaardigs, gewoon om reacties uit te lokken… Zo stonden de MP’s een paar minuten stil om te kijken welke reactie er uit publiek kwam. Dat was vaak bier of bierviltjes…” De pauze-muziek werd verzorgt door Carlos, maar dj’en bleek een hele onderneming. “Ik draaide altijd de plaatjes in de Effenaar en zat boven in mijn hok als dj. Omdat ik in Bullit werkte had ik toegang tot alles wat uitkwam, maar in de Effenaar waren destijds nog geen platenspelers aanwezig. Daarom sloopte ik de platenspelers uit het luistermeubel van Bullit. Twee van de vijf nam ik mee in de auto naar de Effenaar. ’s Nachts ging ik terug naar Bullit en monteerde ze terug in de meubels, zodat alles de volgende dag weer goed stond.”

Het imago van Joy Division klopte backstage niet

Wim: “De sfeer backstage was gemoedelijk. We zaten allemaal in hetzelfde schuitje en gingen voor ons gevoel dezelfde kant op. Peter Hook was de meest sociale van Joy Division, Ian zei bijna niets en staarde voornamelijk naar de grond. Volgens mij hebben we wel sigaretten en bier gedeeld.” “Het waren gewoon jongens van 21”, bevestigt Ton. “Joy Division heeft een bepaald imago, maar zo was het niet helemaal. Backstage was het evengoed feesten en bier drinken. Er stond in de kleedkamer een piano en na afloop was het een dolle boel. De bandleden zongen vanachter de piano liedjes. Peter Hook was de amicale persoon. Hij was vriendelijk en sociaal.” Ton heeft met Ian Curtis minder contact gehad. “Ik kan niet zeggen dat Ian Curtis een depressieve aso was. Het was een serieuze jongen. De band arriveerde vroeg bij de Effenaar en in mijn herinnering heeft hij de hele middag zitten lezen. Ik heb geen gezellige kletspraatjes gehad. Maar een David Byrne zat, voor zijn optreden met Talking Heads in de Effenaar, backstage ook gewoon te lezen. Dat boek bleek de Bijbel te zijn.”

Joy Division op ’t podium: het vertolken van een tijdsgeest
Iets later was het moment aangebroken. Er daarvoor hing een spanning in de lucht van de Effenaar, zoals die hing bij meer Eindhovense concerten in die tijd. “Er was een nieuwe band”, vertelt Ton, “echt nieuw”. “Joy Division voelde live niet agressief, maar er heerste wel een onderhuidse dreiging. Ik was echt onder de indruk van de intensiteit en de lading, maar visueel was het ook indrukwekkend. Ian Curtis was natuurlijk een rare danser, het was afstandelijk, maar er zat toch power in. Het kwam écht binnen.” Wim was ook verbaasd over Ian Curtis, die zich op het podium wezenlijk anders gedroeg dan backstage. “De stem, de emotie, de ongecontroleerde bewegingen…” Carlos was minder gegrepen door de verschijning van de excentrieke frontman. “Het was gewoon een jongen van om de hoek. Het was behoorlijk shocking dat hij zelfmoord pleegde. Achteraf gezien was hij een gekke danser, maar al zijn generatiemuzikanten, zoals Johnny Rotten, David Byrne of Robert Smith, hadden wel iets. Dit waren gewoon Engelsen die er op hun manier cool uitzagen.”

Onder het selecte gezelschap was ook Hans Matheewsen (1956, ook bekend van officieuze platenzaak Burgers) aanwezig, destijds 24. Hij omschrijft het concert als “een heel schemerig en klein optreden. Eigenlijk was de Effenaar een klote zaal, met grote pilaren die het zicht belemmerden, maar bij Joy Division werkte die industriële setting juist ontzettend goed. Ik stond midden in de zaal en zag alleen de bovenkant van de band, enkel de hoofden. De band stond dicht op elkaar en het ‘marcheergedrag’ van Curtis viel op. Je kon destijds niet merken dat Curtis een probleem had in zijn hoofd. Er waren altijd wel rare jongetjes met dit soort fratsen. Ten tweede waren daar de ontzettend simpele, pompende bassen van Peter Hook die bijdroegen aan de sfeer van de avond. De zaal was vrij duister en er was geen lichtshow. Je zag een grijzig zwart-wit en zo klonk het ook. De teksten waren cryptisch en negatief. Joy Division vertolkte zo de tijdsgeest. Er was de Koude Oorlog, er was werkeloosheid en er waren krakers. De heersende term was dan ook ‘no future’. Dit moet je afzetten tegen het feit dat de Effenaar sterk programmeerde. Bands deden het goed, en konden later groot worden. Iedereen in de zaal was daar bij Joy Division van overtuigd. Dit was een unieke band.”

Een spannende onderbreking van een dreigend concert
Of ik mee heb gekregen van The Rocking Rebels, vragen Ton en Carlos afzonderlijk van elkaar. Nee, dat heb ik niet. Ton vertelt: “Er was een bende, en daarmee waren we in oorlog. Wij waren de punks van de Effenaar en iemand had een leren jasje aan met tekst erop: ‘I’m so glad, Elvis is dead’. Dat viel bij The Rocking Rebels, een groep die Elvis als messias aanbeden, niet goed.” Regelmatig zocht de bende de confrontatie met het Effenaar publiek op. “Ze kwamen binnenvallen met een man of tien, vijftien”, herinnert Ton zich. “Ze kwamen de zaak verstieren en gingen roepen. Peter Hook bemoeide zich er even mee. Het gaf het concert iets extra spannends.” Carlos vult aan: “Het concert stond even vijf minuten stil. Er was toen geen security, maar de deur werd bewaakt door vrijwilligers van twintig. Als er dan een groep, om met tegenwoordige termen te spreken, Hell’s Angels voor de deur staat laat je die wel binnen! Op een gegeven moment is de Effenaar daarom maar portiers gaan inhuren…”

“Hé ik weet waar die is opgenomen!”
Ton kende mensen in Nijmegen, Groningen en Amsterdam. Uiteindelijk stond Joy Division vijf avonden geprogrammeerd op Nederlandse podia. Terrie Hessels, bekend als gitarist van The Ex, was bij de Joy Divsion-show in Paradiso. “Ze deden in Paradsio twee sets. De eerste was tamelijk ‘normaal’, maar na de pauze werd het heel onsamenhangend en dopey.” Het concert in Eindhoven spreekt vandaag de dag meer tot de verbeelding. De band speelt in de Effenaar gefocust en scherp, hetgeen met eigen oren te horen is. De zestien liedjes tellende set is namelijk goed gedocumenteerd en circuleert op gewilde bootlegs. De opname werd gemaakt door een oude bekende. “Ze komen van mij en daar ben ik niet trots op”, biecht Carlos van Hijfte op. “Ik had destijds een Elcaset en daar nam ik concerten mee op. Ik had de opnames en die heb ik aan vijf mensen gegeven. Eén heeft hem doorgespeeld naar het illegale circuit, maar ik heb er nooit een cent voor gekregen.” Ironisch genoeg laat iemand in Amerika de bootleg later trots aan Ton van Gool zien, die de datum direct herkent. “Hé, ik weet waar die is opgenomen”, grapt Ton.

Er is meer. Je kunt het concert niet alleen terugluisteren, je kunt het ook bekijken. Beelden van Joy Division in de Effenaar werden namelijk op professionele wijze vastgelegd door Dick Verdult (1954), tegenwoordig in binnen- en buitenland bekend als beeldend kunstenaar en als cultmusicus in voornamelijk Latijns-Amerika (bekend onder artiestennaam Dick El Demasiado). Hij was zélf geen vaandeldrager van de punkesthetiek, waardoor hij met enige afstand het concert kon vastleggen. Dick vertelt over de avond: “Ik was destijds één van de Neon-TV mensen, een punkprogramma van de VPRO en ik heb toen o.a. héél wat concerten gefilmd, maar het was voor mij geen religie of therapie. De jaren 80 begonnen bijvoorbeeld met de extreme dreiging van de neutronenbom en alles rondom de Rote Armee Fraktion. Concerten waren de paukenslagen van hoe het toen over de hele linie voelde. Ik wilde bij die muziekregistraties slechts als een goed doorgeefluik voor anderen functioneren. Filmen was daarvoor niet gebruikelijk. Sommige mensen liepen soms in concertzalen rond met draagbare reel-to-reel videorecorders, maar dat verlangde veel licht. Echte film was duur, en weinigen konden daarbij synchroon het geluid opnemen. Mijn Super-8 camera had een erg lichtgevoelige lens waardoor er geen extra lampen nodig waren om goed beeld te produceren. Ook moet gezegd worden dat het licht die avond heel goed was. Dramatisch en centraal op Ian Curtis, die er op zijn beurt het mooiste van maakte, hangend aan het statief.”

Joy Division: veertig jaar later nog altijd een bron voor inspiratie

Bijna veertig jaar later is Joy Division verre van vergeten. De band is misschien wel groter dan ooit en siert mokken, t-shirts en ovenhandschoenen. Voor zowel jonge als oudere generaties is Joy Division een bron van inspiratie. Het verhaal van de band is uniek, triest en fascinerend. Dat geldt ook voor de show in Eindhoven. Wie zich in de geschiedenis verdiept stuit op prachtige anekdotes, bijzondere wendingen en mooie mensen. Iemand die dat als geen ander weet is Marc Tilli, die een stuk verder ging dan ondergetekende. Hij is bezig met een heus boek over Joy Division. Niet louter over de show in de Effenaar, maar over iedere show die Joy Division buiten Engeland deed. Zelf was hij aanwezig bij de show in Paradiso. “Het was kunst, muziek en een levensstijl op zich, enkel weggelegd voor een hele kleine groep mensen. Later was er weinig te vinden over hun enige tournee buiten de UK. De informatie die hierover te vinden is, is vaak halfslachtig. Er is niks digitaal, er is veel vergeten, zalen bestaan niet meer en veel mensen zijn dood. Eind 2009 ben de uitdaging aangegaan om een document te maken over de tournee. Dit doe ik naast mijn dagelijkse bezigheden. Het is nogal een traject, waarbij ik alles van derden goed op een rij probeer te krijgen. Dat vereist veel geduld en veel ergernis, maar het boek gaat er komen.”

Ook specifiek in Eindhoven leeft het fenomeen Joy Division nog voort. In herinneringen. Bij de oudere generaties, maar ook zeker bij de nieuwere. Zo speelt bandoprichter Peter Hook aankomende zondag een lijvige tribute-show waarin zowel Unknown Pleasures (1979) en Closer (1980) integraal gespeeld zullen worden. Zo leeft Joy Division, 36 jaar na de show in de Effenaar, deze week nog wat voort. Hoe triest, fascinerend en uniek het verhaal ook mag zijn: beginnende bandjes kunnen enkel dromen van zo’n onverwoestbare reputatie.

Dit artikel dateert uit 2016 (16 april).
In navolging van deze Longread mocht ik met Peter Hook praten. Dat stukje kun je hier lezen.