Lô Borges (1952) over muziek maken onder een militaire dictatuur: ‘Muziek transformeert iets dat niet bestond in een liedje en een liedje kan mensen in het hart raken.’
Lô Borges (1952) over muziek maken onder een militaire dictatuur: ‘Muziek transformeert iets dat niet bestond in een liedje en een liedje kan mensen in het hart raken.’
In 2023 verkozen Brazilianen Clube Da Esquina uit 1972 tot belangrijkste muziekalbum uit de Braziliaanse geschiedenis. Hoewel Borges 71 is en weinig interviews meer geeft, wil hij Nederlandse leerlingen vertellen over het album dat hij met Milton Nascimento in een geïsoleerd strandhuis maakte, in een poging om aan censuur en dictatuur te ontsnappen. ‘Ons album gaat van generatie naar generatie, van grootvader naar vader en van vader naar zoon.’ Miami, 2021. Louis Vuitton organiseert een modeshow en vooraan zitten twee beroemde vrienden. (Kan)Ye West en Pharrell Williams hebben hun dochters meegenomen. Er wordt een vrolijk nummer gedraaid. West reageert meteen. Met een hand maakt hij golfbewegingen op het opzwepende ritme. Dan tikt hij Pharrell aan. Pharrell deinst dan al vrolijk mee op het ritme dat hij hoort. De dochter van West wil iets tegen hem zeggen, maar krijgt geen contact. Deze vierentwintig seconde zijn gefilmd. De video ging viral op TikTik. Op YouTube werd de Short miljoenen keer bekeken. Het zijn de eerste momenten van Clube Da Esquina, een belangrijk dubbelalbum uit de geschiedenis van Brazilië.
Twintig dagen, later krijg ik antwoord van de schrijver van het liedje waar Kanye en Pharrell op meedeinen. Het is de vroege morgen van 26 september. De manager van Lô Borges, Marcelo, biedt excuses aan. Lô en Marcelo waren op tournee in Brazilië en komen nu pas terug. Na de pandemie is Lô Borges het geven van interviews verleerd, maar een verzoek uit Nederland vindt hij zo bijzonder, dat hij een uitzondering wil maken. Eén probleem: Lô spreekt alleen Portugees. Marcelo vertaalt de vragen naar het Portugees, Lô geeft antwoord en Marcelo vertaalt de antwoorden naar het Engels. Pling. Weer twintig dagen later een antwoord in de vroege ochtend. Twee A4’tjes met herinneringen aan 1972.
‘Tot de dag van vandaag blijft het album mensen aanspreken uit nieuwe generaties’, zegt Lô Borges over Clube Da Esquina. ‘Eerder in 2023 stemde het publiek van Brazilië Cluba Da Esquina tot beste Braziliaanse album alle tijden. Vorige week plaatste Rolling Stone Magazine het album op nummer 4 van hun lijst ‘de 50 beste Latijns-Amerikaanse albums’. Natuurlijk ben ik enorm trots dat dit allemaal mag gebeuren.’
Hoe kan het dat Clube Da Esquina, vraag ik Lô, meer dan een halve eeuw oud is én nog steeds fris klinkt. Lô geeft twee verklaringen. ‘Ten eerste komt dat om Clube Da Esquina gemaakt is met veel waarheid. Ten tweede omdat Milton al doorgebroken was als een bekend muzikant en mij, een onbekende, vroeg om samen een dubbelalbum te maken. We zijn een mix van twee componisten uit twee andere generaties, andere muzikanten. Milton voegde invloeden uit jazz en zwarte cultuur toe, ik voegde the Beatles en folk toe. Het album gaat van generatie naar generatie, van grootvader naar vader en van vader naar zoon.’
Lô Borges praat vanuit Minas, een provincie waar 21 miljoen Brazilianen wonen. In Minas is het koloniaal verleden nooit ver weg. Brazilië werd in 1500 ‘ontdekt’ door de Portugese zeevaarder Pedro Álvares Cabral. Daarna, in 1503, werd het gebied Brazilië genoemd, naar het Portugese ‘Brazielhout’. De Portugezen introduceerde dwangarbeid, slavernij en een importsysteem van koffie en suiker. Driehonderd jaar was Brazilië bezit van anderen: van Portugal, Spanje, de Nederlanden, Frankrijk en Engeland. Met een borgsom van twee miljoen pond kocht Brazilië in 1825 onafhankelijkheid. En in 1888 wordt, onder druk van Groot-Britannië, de slavernij afgeschaft. Om de economie — na de onafhankelijkheid en afschaffing van de slavernij — draaiende te houden importeert Brazilië tussen 1890 en 1915 3 miljoen immigranten. De immigranten vangen het werk van tot slaaf gemaakten op. Tegenwoordig ziet de helft van de Braziliaanse bevolking zichzelf als van gemixte afkomst: een combinatie van Europees, Afrikaans en Native Braziliaans.
Na de onafhankelijkheid van 1825 rommelt het bestuur van Brazilië. Tussen 1889 en 1930 wordt Brazilië een republiek. Tussen 1937 en 1945 vormde Brazilië, geïnspireerd door het fascisme in Italië, een totalitaire staat. Daarna begon de Braziliaanse president Vargas aan een periode van Industrialisatie, iets dat in de jaren ’50 overgenomen werd met de politieke slogan ‘vijftig jaar in vijf jaar’. In de jaren ‘50 brak een periode van democratie en optimisme aan. De democratische premier Jânio Quadros werd steeds populairder, en arbeiders op het platteland kregen meer rechten. Maar begin jaren ’60 veranderde de wereldpolitiek. De Koude Oorlog kwam in een spannende fase. Ook dicht bij Brazilië werd het spannend, met de Cubacrisis van 1963.
In Brazilië verschijnen steeds meer vage geruchten, verhalen over ‘verschrikkelijke krachten’, die willen stelen van de kleine en schatrijke elite. Dan wordt het lente. Op de eerste dag van april 1964 maakte het leger een eind aan de Braziliaanse democratie. Het leger zet president Quadros af. De staatsgreep werd door het leger omschreven als ‘een revolutie’, een ‘economisch wonder’ en het ‘stoppen van communisme’. De coup werd gesteund door Amerika, die een nationalistisch staatsdictatuur zag als een goede bescherming zagen voor het ultieme schrikbeeld van een communistisch Brazilië. Een belangrijk wapen om het communisme uit de ‘achtertuin’ te houden. Amerika begon intensief te investeren in Brazilië, angstig voor een herhaling van de Cubaanse revolutie in Brazilië. Zo begon Brazilië in snelle tijd te industrialiseren, vooral omdat Amerika interesse toonde in Amerikaanse automerken als Ford en Volkswagen.Met de door Amerika-gesteunde staatsgreep begint een dictatuur, die meer dan twintig jaar zal duren.
‘In Brazilië begon in 1964 een woeste dictatuur’, zegt Lô, ‘die pas in 1986 eindigde. Natuurlijk had dit enorme invloed op onze liedjes. De dictatoriale regering hield niet van muzikanten. De regering verafschuwde iedere vorm van kunstzinnige uiting. We moesten ons terugtrekken om Clube Da Esquina te schrijven en maakte het album daarom geïsoleerd, in een huis aan het strand van Mar Azul, in de stad Niterói, dicht bij Rio de Janeiro. Het was heel moeilijk om met de realiteit om te gaan, tegelijkertijd was ik vrij jong en op een innerlijke reis om muzikant te worden.’
Toch verdwenen niet alle rechten in Brazilië. In eerste instantie leek er weinig te veranderen in het normale leven van Brazilianen. Journalisten mochten vrij blijven schrijven. Muziek, film en theater mochten doorgaan. Jonge muzikanten maakte zich zorgen over de onderdrukking van totalitaire ideeën en verpakte boodschappen in liedteksten. Na een jaar realiseerde de regering dat er politieke boodschappen in de liedteksten verstopt zaten. De regering nam actie. Het jaar 1968 staat bekend als een staatsgreep binnen een staatsgreep.
De Nationale Unie van Studenten werd binnengevallen, boeren werden opgesloten, gebouwen platgebrand. De overheid gebruikte telvisie om inwoners te controleren en te manipuleren. Er kwam een nieuwe rechterlijke macht en op zoek ging afwijkend sociaal gedrag, dat misdaden tegen de staat werd genoemd. Om te zorgen voor ‘nationale veiligheid’ verzamelde Het Nationale Informatie Bureau informatie over burgers, om de ‘nationale veiligheid’ te bewaren. Dit leidde tot vervolging, arrestatie en marteling. Een nieuwe wet, A1-5 (Ato Institucional Número Cinco), beperkte burgerrechten, censureerde pers en cultuur. De paus, Amnesty International en een internationale gemeenschap van Juristen voeren fel actie tegen de schending van deze mensenrechten
Het protest tegen de wet heeft geen effect. De wet wordt ingevoerd. Twee weken voor het bekrachtigen van de wet worden twee bekende Braziliaanse artiesten door de politie thuis opgezocht. Caetano Veloso en Gilberto Gil worden gevangen genomen, onder huis rest gezet en vervolgens verbannen naar Engeland. In Brazilië kwam een overheidsgebouw die alle liedteksten beoordeelde. De Braziliaanse muzikant Chico Buarque klaagde in 1970 dat één van zijn drie liedjes niet door de censuur kwam. Muziek schrijven werd een gevaarlijk beroep, in een tijd waarin marteling legaal werd gemaakt en de doodstraf opnieuw was toegestaan.Alles wat buiten Brazilië was gemaakt werd verdacht gemaakt. Dat gold ook voor muzikanten als The Beatles, The Rolling Stones en Jimi Hendrix. En laten dat net de invloeden van Lô Borges zijn.
Lô Borges was een tiener toen hij begon met liedjes schrijven. Dat was de tijd dat liedjes schrijven gevaarlijk werd, zeker als die liedjes uitgingen van Amerikaanse of Europese invloeden. Met de constante aanwezigheid van censuur, moesten muzikanten goed nadenken over de liedjes. Toch bleven de muzikanten boodschappen in liedjes verwerken, vaak in codetaal, om taal te geven aan gevoelens als hoop, verzet en het leven onder de Braziliaanse dictatuur. Wat is de beste manier om dit te verpakken? Borges dacht aan kalme en vrolijke liefdesliedjes, met refreinen die zo lief zijn dat je ze niet uit je hoofd krijgt.
‘Mensen hadden de behoefte om te vluchten’, schrijft historicus Jonathon Grasse, ‘zonder het land te verlaten. Het was een tijd waarin verbeeldingskracht de dag redde.’ De Portugese liedjes die Milton en Lô zitten vol met verbeeldingskracht. In de beelden die ze oproepen — saai, normaal, alledaags — zitten poëtische, bijna verliefd-klinkende lagen. Liedjes gaan over ‘een waterpier’ (Cais) en over ‘de mensen’ (Os Povos). Of over de gekke trein (Trem de Doido), een feel-good liedje over twee mensen die de trein nemen, terwijl de zon op ons hoofd brandt. Het is symbolisch bedoelt, een sociale oproep om verbonden te blijven, terwijl het land steeds verder uit zicht raakt.
Lô sprak zich misschien het meest uit in Paisagem Da Janela, uitzicht vanuit het raam. ‘Als ik over ziekelijke dingen zou spreken’, zingt Lô in het vrolijke refrein dat je makkelijk mee zingt, ‘als ik over die smerige mannen zou spreken / als ik over deze storm zou spreken / je luisterde niet / je wilde het niet geloven / maar het is zo normaal’. In de verbeelding van de één gaat het over het dagelijks leven, in de verbeelding van de ander is het een vorm van verzet tegen een autoritaire en onderdrukkende regering.
‘Dit is moeilijk voor te stellen als je niet deze tijd doorleefden’, zegt Lô Borges. ‘De verstikking die de dictatuur veroorzaakte maakte het leven urgent.’ Dat het maken van Clube Da Esquina gevaarlijk was, werd duidelijk toen de producer, Milton Miranda, werd opgepakt op het vliegtuig en gemarteld door Braziliaanse autoriteiten. ‘De regering was bang dat hij een guerillastrijder was die de regering omver wilde werpen.’
Toen het album verscheen maakte Lô nog een album met liedjes. Daarna ging hij reizen. ‘Het platenlabel was verrast me aan te treffen op het dubbelalbum van Milton Nascimento. Snel na het verschijnen van Clube Da Esquina boden ze me een contract aan voor een soloplaat. Ik maakte dat soloalbum terwijl ik vol aan de psychedelische trips zat. Toen ik het af had maakte ik een foto van mijn versleten paar sportschoenen. Dat was de hoes. Daarna ben ik door het land gaan trekken, op een hele hippie-achtige manier. Ik liet mijn platenlabel en carrière achter me en kwam pas 7 jaar later terug voor een tweede album, A Via Lactea uit 1979.’
‘De jaren 70 waren echt krankzinnig voor me’, zegt Borges. ‘Ik geloof dat ik spreek voor alle jonge mensen die destijds leefde als ik krankzinnig noem. Een hele beroemde Braziliaanse schrijver zei het volgende: ‘whoever remembers the 70s is because they didn’t live them fully’. Ik maakte mijn eerste muziek op uitnodiging van Milton Nascimento en dat album ging Clube Da Esquina heten. Toen, in het zelfde jaar, bracht ik mijn eerste soloalbum uit. Dat album was beter bekend als ‘het sneakers album’. Daarna leefde ik als alle Braziliaanse jongeren destijds. Ik ging wonen in een hippie commune in Bahia, ik nam een heleboel drugs, tegelijkertijd ontwikkelde ik mijzelf als songschrijver. Ik kwam terug met een veel volwassener album. Ik ben trots op mijn reis door de jaren ’70.’
Ondertussen ontdekt een nieuwe generatie de muziek van Milton Nascimento en Lô Borges, zoals Alex Turner, die de liedjes van Lô Borges een inspiratie noemde voor Arctic Monkeys. Vijftig jaar na zijn eerste muziek is de carrière van Lô is nog steeds bezig. ‘Muziek is overal in mijn leven’, zegt Lô. ‘Ik sta vroeg op en start met componeren. Dit is mijn dagelijkse routine. De afgelopen vijf jaar breng ik ieder jaar een album uit met nieuwe liedjes. Het album dat uit kwam in 2023 (“Não Me Espera na Estação” – “Don’t Wait for Me at the Station”) werd laatst genomineerd voor een Latin Grammy. In 2024, 52 jaar na het verschijnen van Clube Da Esquina (1972), ben ik van plan om een dubbelalbum met nieuwe liedjes uit te brengen. Ik ben nu 71. Eigenlijk ben ik opdezelfde manier aan het componeren als toen ik 18, 19 of 20 was, aan het begin van mijn carrière. Ik denk dat dat een geschenk is!’
‘Elke dag ben ik dankbaar voor het geschenk muziek te componeren’, zegt Lô Borges. ‘Hoewel ik altijd op tournee ben om concerten te geven, zie ik mijzelf vooral als liedjesschrijver. Een Braziliaanse liedjesschrijver die op een hele jonge leeftijd uitgegeven. En die een halve eeuw later het vuur van creatie blijft voelen. Voor mij heeft muziek grote kracht’. ‘Muziek transformeert iets dat niet bestond in een liedje. En een liedje kan mensen in het hart raken.’