Lowlands: Boygenius is headliner in eigen bubbel
‘Make lesbi great again’ en ‘bite me’. De fans van boygenius hebben kartonnen bordjes gemaakt voor het Nederlandse podiumdebuut van Julien Baker (27), Lucy Dacus (28) en Phoebe Bridgers (29). Het trio moet om de bordjes gniffelen. Boygenius speelt een fluwelen set, alsof de band op het strand speelt, met de enkels in zee. Hoewel de Amerikaanse hype vooral in een bellenblazende bubbel lijkt doorgesijpeld, is boygenius in die bubbel de headliner van zaterdag, al is het pas 15:00 uur.
Sinds haar optreden met vijf sterren schoonheid op Down The Rabbit Hole gaat het hard met Phoebe Bridgers. Ze zong met SZA, Taylor Swift, The National én Arlo Parks — terwijl ze al duetten met Paul McCartney en the 1975 opnam. Toch zou het misplaatst zijn om boygenius háár band te noemen. De rustige Lucy Dacus heeft talent voor poëtische songteksten. De onrustige Julien Baker, vol tattoo’s en met regenboog-gitaarband, voegt de hardste gitaarriffs aan de liedjes toe. In interviews zeggen de beste vrienden met complementaire persoonlijkheden dat ze een beetje verliefd zijn op elkaar. En over interviews gesproken: maar weinig maakten zoveel tongen los als het interview waarbij boygenius poseerde als Nirvana. Met Phoebe Bridgers als Kurt Cobain. Dat wel.
Maar wie met Nirvana als referentiekader naar dit trio gaat kijken, zal gedesoriënteerd raken. Waar Nirvana gekenmerkt kan worden als wanordelijke ontregeling, klinkt boygenius juist geordend en beschaafd. Zeker, het drietal heeft wat stevige nummers — vooral die van Baker — zoals $20 en Satanist, maar toch past die vergelijking met Nirvana niet zo goed als de pakken van de professionele begeleidingsband. Boygenius zingt vooral fluisterend en folky, waarbij de stemmen van Baker, Dacus en Bridgers elkaar in het harmonische midden vinden.
Ze delen een gevoel voor humor en voor mild activisme, vol zinsnedes die blijven hangen. Bijvoorbeeld in uitsmijter Not Strong Enough, geschreven vanuit het perspectief van een zoekende man, waarin het hoofdkarakter Boy’s Don’t Cry van The Cure tegen het patriarchaat gebruikt. En de band loopt het podium op bij de tonen van The Boys Are Back In Town. Dat sarcasme sijpelt door in de heldere liedjes.
Het is niet alleen afgeven tegen een (muziek)wereld die te lang gedomineerd werd door mannen. Op Emily I’m Sorry gaat Bridgers blik inwaarts. ‘Im twenty-seven and I don’t know who I am’ zingt ze. Bridgers ziet er wat vermoeid uit, met zwarte kringen onder haar ogen. Toch blijven haar liedjes het sterkste wapen van boygenius. Met het hoogst ontroerende Me & My Dog krikt ze het trio van goed naar subliem.
Later duikt ze het publiek in voor een intieme uitvoering van Letter to an Old Poet. Direct schieten overal telefoons de lucht in. ‘Willen jullie ze wegdoen?’, zegt Bridgers wat bijtend, nadat ze zwaaide naar een moeder die videobelt met haar dochter. ‘Dit vind ik een beetje intens.’ Bridgers heeft genoeg autoriteit om álle telefoons te laten verdwijnen. ‘It means a lot — thank you.’
In de finale zien fans Bridgers en Dacus over het podium naar elkaar toe kruipen en elkaar op de mond zoenen, om vervolgens de kleine Baker op te tillen tijdens een gitaarsolo. Als boygenius afzwaait, is iedereen een beetje verliefd.
Dit artikel verscheen 19 augustus bij OOR.