Genie. Zo worden mensen te pas en te onpas, veel te gemakkelijk genoemd. Maar de gister overleden Mark Hollis was een genie. Een absoluut genie, met een geheel eigen kijk op muziek. Een vernieuwer. Als voorman van Talk Talk kende Hollis meteen wereldwijd grote verkoopsuccessen, maar die successen bleken niet voor hem weggelegd. Toen EMI een blanco cheque uitschreef voor wat in 1988 het zeer vooruitstrevende Spirit Of Eden zou worden gooide Hollis alle houvast overboord. De zes abstracte sfeerstukken lijken in niets op de toegankelijk meezingbare radioliedjes waar Talk Talk om bekend stond. Het koste Hollis zijn platenmaatschappij, publiek en band, maar het leverde ook Spirit Of Eden op. Een plaat zoals geen plaat meer gaat klinken. Hij schreef daarna nog twee meesterwerken (Laughing Stock en solo-plaat Mark Hollis), die zowaar nóg stiller waren. Daarna ging de ongrijpbare muzikant in de anonimiteit op. Niemand vernam meer iets van hem. Zelfs zijn bandleden hadden geen contact meer met hem, zoals Paul Webb vorige maand vertelde. Op zijn laatste werken zingt Hollis niet eens zo heel veel, maar als zijn hese stem uit de mist van de oorverdovende stilte opdoemt staat de wereld even stil. Dat staat ‘ie nu ook weer. Bedankt voor een van de mooiste kunstwerken die ik ken, Mark <3

Vandaag is er veel aandacht voor Mark Hollis, maar niemand schreef zo’n mooi stuk als Alexis Petridis van The Guardian.