Nieuw schoolgebouw: rondleiding met de architect
Miljonair, chirurg, dierenarts. Brugklassers willen vaak hetzelfde worden. Dit schooljaar wordt architect opvallend vaak genoemd. Vandaag is een speciale dag voor zes architecten-in-spe. Voor het eerst maken Adil, Antonio, Firdaous, Niek, Mohamad en Sem kennis met het nieuwe schoolgebouw van het Stedelijk College, dat dit schooljaar werd gebouw. De leerlingen krijgen een rondleiding van twee mensen uit de beroepsgroep, Ruud en Edwin. Ze mogen alles vragen. Technische verhalen vol mantelbuizen, metaalconstructies en ringleidingen maken de leerlingen wat stil. Later, in het lege gebouw, komen vragen.
Liggen er geen tapijten?
Waar kan je eten kopen?
Waar komt meneer Daelmans te zitten?
Met welk programma heeft u dat ontworpen?
Komt er een lift en mag ik die gebruiken?
Komen er bordjes bij de toiletten?
Wanneer mogen wij het oude gebouw slopen?
Komt er goede Wifi?
Op de derde verdieping is het gebouw omringt door groen. “Als ik die kant op kijk zie ik bomen”, vertelt Ruud met een grijns. “Bomen, bomen, bomen. Ik noem het een transparant gebouw. Geen muren, alleen glas — ja!”
“Is dit dubbel glas of enkel glas?”, vraagt Mohammed.
Antonio: “Ik denk enkel glas”
Ruud: “Driedubbel. Driedubbel glas”
Adil tegen Niek: “hier kun je dus ook niet door het raam naar buiten”.
Firdaous kijkt de lege en lichte ruimte rond. “Stel je voor, ik ging dit inrichten he… dan zou ik kiezen voor… wit marmer! Als je dan binnen loopt is het zoooo netjes”.
“Weet je wat ik mooi vind?” antwoord Ruud, “beton en hout. Natuurlijke materialen. Die blijven mooi. Als er meer leerlingen over gelopen hebben wordt het beton glimmend”.
We lopen verder. “Waar jullie nu zijn”, Ruud spreidt zijn armen, “komen jullie nooit meer. Dit is de personeelskamer. Hier komen nog tuinmeubelen. En hier komt het koffieapparaat.” Een leerling trekt een vies gezicht bij het horen van het woord “koffie”. “Een school zonder koffieapparaat voor de leraren”, vervolgt Ruud, “dat gaat niet werken. Dat kan niet.”
Adil kijkt om zich heen. “Is hier ook kamer D?”
Ruud: “nee, maar zie je dat?”
Niek: “wie komt daar te zitten? De directeur?”
Ruud wijst naar een lege ruimte. De leerlingen volgen zijn vinger.
“Hier komt de grote baas te zitten. En hier de grote baas van de grote baas. De belangrijkste baas… het belangrijkste zijn jullie… trouwens”. Ruud vervolgt zijn pas. De leerlingen volgen in een rijtje.
Opeens staan we in een klaslokaal met stoelen en banken.
Ruud: “Dit is de allerbelangrijkste kamer van het hele gebouw!”
De leerlingen kijken rond. Een leerling snelt naar een tafel. “ik ga daar zitten”. Mohammed wijst naar de muur, “bij het stopcontact!”. Twee leerlingen zetten hun handen tegen het glas en kijken naar beneden.
Adil trekt snel zijn hoofd weg. “Wow spacend”.
“Ik zit hier!”, roept Niek, “bij het raam!”
Firdaous twijfelt: “Ik zou echt alleen naar buiten gaan kijken, dan let je toch niet op in de les?”
Ruud: “waar komt het bord?”
Mohammed springt op, en loopt naar een hoek: “hier!”
Sem: “in ieder geval niet hier”
Sem: “daar is een muur!”
Adil: “daar komt de leraar!”
Ruud: “waar komt de leraar?”
Firdaous: “daar, die staat voor de klas”
Ruud: “jullie denken al, hé, het bord moet ergens daar staan en dan hoort daar een leraar bij. Dat is nog niet besloten. We hebben dadelijk allemaal verrijdbare en verplaatsbare borden. Het mag veel speelser en vrolijker. Jullie mogen meebeslissen volgend jaar…”
Mohamad: “Yes, in rijtjes zitten is helemaal niet leuk!”
Adil: “groepjes!”
Sem: “nu zitten we in tweetallen”
Antonio: “dat is een beetje saai”
Sem: “of zo’n ronde tafel…”
Adil” “… en dat je hier een hoge tafel hebt… met barkrukken!”
Mohamad: “met bier enzo, en – hhhhoooo – Redbull!!!!”
Ruud: “kom! We gaan verder”.
Trap, hal, gang en opeens staan we op een grauwe, kille plek. Veel kastjes. Nergens reageren de leerlingen zó blij. Ruud: “Hier is een technische ruimte. Zie je die kastjes. Die zorgen ervoor dat er hele goede WiFi komt omdat we goede wifi moeten hebben voor jullie”. Zes stralende gezichten. “Eindelijk!”, roept een leerling.“Precies” fluistert een ander, gevolgd door een schaterlach.
Begin juni geschreven voor school.