Torre Florim: “er is geen goed en kwaad”
Torre Florim is eigenlijk altijd bezig. Is het niet met de Tweede Speeldoos of het project Ghostnotes, dan is het wel met zijn moederband De Staat. Dit Nijmeegse kwintet bracht onlangs I_CON uit. Opnieuw een succesvol album dat ondanks vernieuwende elementen toch onmiskenbaar als De Staat klinkt. Opnieuw staat de band aan het begin van een clubtournee door Nederland. Maar ook over de grens is interesse. Zo staan binnenkort Denemarken, Duitsland en Zwitserland op de planning en is de band net terug uit London. Wij spreken Torre op een rustige vrijdagmiddag in het café van de Effenaar.
DK: Net terug uit Engeland toch? Hoe was het?
TF: “Het was leuk. We hebben drie shows gedaan in London. Drie achter elkaar, in dezelfde tent. Er waren ook allerlei belangrijke journalisten dus misschien heeft het nut gehad.”
DK: Je bent groot fan van Josh Homme toch. Heb je hem al ontmoet?
TF: “Ik heb hem wel eens de hand geschud, maar ik heb vooral gepraat met de bassist van Queens Of The Stone Age (Michael Shuman). Ik ken hem niet echt, maar hij speelde met zijn andere band Mini Mansions in Toronto na ons. Toen hebben we een beetje gehangen en sindsdien kom ik hem telkens tegen op festivals. Maar The Queens waren wel een grote eye opener voor mij toen ik nog niet zo lang met muziek bezig was. Toen ik hun voor het eerst zag dacht ik: “aah, zo kan het ook”. Als het je allemaal niks kan schelen dan is dat eigenlijk beter. Dat heb ik wel een beetje van hun geleerd. “It’s very important to not give a fuck” Dat zei de komiek George Carlin ooit, en het is helemaal waar.”
DK: Is dat ook van toepassing op I_CON?
TF: “Absoluut. Ja, ik denk dat het steeds meer van toepassing wordt op mij, maar ook van ons als band. Het duurt stiekem altijd best lang voor je weet waar je naar toe gaat en wat belangrijk is in het leven van jezelf en een band. Het maakt me wel veel uit wat andere mensen van mij vinden en van de muziek, maar het maakt me vooral uit dat er mensen zijn die het leuk vinden. Het maakt mij niet uit als 95% het niet leuk vindt, als die andere 5% het wel vindt, zit je goed.”
DK: Lees je dan ook recensies van jullie platen?
TF: “Ik ben er niet actief naar op zoek, maar krijg ze altijd binnen… Ik lees ze vooral als ze positief zijn. Die recensies zijn niet heel erg belangrijk: het zijn allemaal kleine speldenprikjes. Kijk, als je een plaat hebt zijn al die speldenprikjes belangrijk voor het geheel en het succes van een band. Al die dingen zorgen er cumulatief voor dat je er weer bent.”
DK: Vance Powell heeft de plaat in Nashville gemixt. Waarom stond hij juist bovenaan je lijstje?
TF: “De platen die ik van hem ken hebben allemaal een paar dingen gemeen: ze knallen allemaal uit de speakers, ze hebben allemaal een rauw randje en het klinkt niet digitaal of analoog. Het klinkt smerig. Dat zijn drie essentiële dingen die ik heel belangrijk vind bij een band zoals wij.”
DK: Ja, het knalt er inderdaad echt uit. Als je nu jullie debuut Wait For Evolution weer opzet blaast de nieuwe plaat het debuut bijna weg. Hoe vind je die eerste plaat nu?
TF: “Nou, het leuke aan het debuut is dat ik het helemaal zelf heb gedaan, maar je hoort heel erg dat ik aan het leren was. Ik heb die plaat gemaakt met een laptop en twee microfoons, maar dat is ook de charme van de plaat. Maar het is niet voor niks dat mensen ons live veel toffer vonden. Meestal ben ik heel ontevreden als de plaat net af is, dan kan ik er niet met afstand naar luisteren.”
DK: Ben je heel perfectionistisch?
TF: “Heel erg. Ik heb het tot nu toe alleen nog maar gezien als een sterk punt. Soms kan het ook verblinden, maar ik denk dat perfectionisme één van de redenen is dat ik hier nu ben.”
DK: Hoe gaat De Staat tegenwoordig te werk; hoe is I_CON tot stand gekomen?
TF: “Meestal begint het met mij achter mijn computer. Ik ben veel gaan luisteren naar Afrikaanse funk uit de jaren ’70 en Colombiaanse shit, gewoon omdat ik op zoek was naar dingen die ik nog niet goed kende en ik meer met ritme wilde doen op deze plaat. Ook leek het me wel cool om meer met de oude synthesizers te doen die ik nog had liggen. Zo’n vieze jaren ’80 sound, weet je wel? Je bent eigenlijk een dialoog met jezelf aan het houden. Ik krijg daar ideeën van en daar ga ik vervolgens overheen zingen. Ik had vooral in mijn achterhoofd dat er een nieuwe richting in moest zitten maar het wel herkenbaar moest zijn als De Staat.”
DK: Wat me opvalt is dat je teksten ook steeds donkerder lijken te worden. Hoe sta je daar zelf in?
TF: “Ik weet niet of ze zozeer donkerder worden. Misschien ook wel. Ik denk dat ze vooral wat breder worden. De cliché-dingen als ‘ik ben verliefd op haar, zij niet op mij’ zitten al in de eerste plaat. De dingen over liefde enzo spelen we wel maar die vind ik niet zo boeiend. De dingen die mij tegenwoordig heel erg interesseren, daar ga ik ook automatisch over schrijven. Tegenwoordig gaat dat over interessante dingen als manipulatie in algemene zin, maar ook over interne problemen. Gevechten enzo. Maar dan niet over de cliché-dingen als geld bijvoorbeeld.”
DK: In welke zin inspireert manipulatie je?
TF: “Ik vind het interessant hoe iedereen op een andere manier naar de werkelijkheid kijkt. En vooral dat de term ‘werkelijkheid’ niet bestaat. Dat kan heel erg kwalijk zijn maar ook heel interessant. Er is geen goed, er is geen kwaad, in elke persoon schuilt een andere waarheid. Iedereen heeft een eigen werkelijkheid. Daarom past de titel I_CON ook bij de plaat. Het betekent: ik de oplichter.”
DK: Wat grijpt jou zo in manipulatie?
TF: “Misschien ben ik wel een oude lul maar ik heb het idee dat iedereen erg bezig is met het presenteren van zichzelf. Facebook, Twitter, LinkedIn. Iedereen is bezig om van zichzelf een bepaald beeld te schetsen en dat betekent dat iedereen heel erg bezig is met het manipuleren van anderen. Dat vind ik heel interessant. Wij als band zijn daar ook mee bezig. Bewust of onbewust. Wij maken persfoto’s met een bepaald doel. We denken zelfs na over de kleren die we aandoen. Ik wilde met de nieuwe persfotos die wij gemaakt hebben erg benadrukken dat I_CON een kleurrijke en gevarieerde plaat is geworden.”
DK: Is er een nummer dat je als klein Torretje heeft geïnspireerd om te beginnen met gitaar spelen?
TF: “Nee. Gitaar spelen was meer een noodzaak. Toen ik dertien of veertien was drumde ik in bandjes, maar ze konden maar geen zanger vinden. Drummers waren er genoeg en er waren maar weinig jongens die wilden zingen op die leeftijd, dus toen ben ik dat gaan doen. Ik ben ook een beetje gitaar gaan omdat dat gewoon nodig was. Maar ik ben nooit geïnspireerd door Jimi Hendrix ofzo.”
DMB: Wat is het leukste aan touren?
TF: “Dat je iets aan het bouwen bent. Dat je de machine laat lopen en ook nieuwe dingen bedenkt om te zorgen dat hij blijft lopen. Dat vindt ik het tofste aan touren: dat je moet denken aan een geheel-plaatje. Welke nummers kunnen we nu spelen en welke gooien we er nu eruit? We zijn bewust bezig met hoe wij beter en interessanter worden als band… en uiteindelijk een van de beste bands in de wereld te worden.”
DK: Zie je jezelf wel eens zo?
TF: “Nee, nee, nee. ik zie mijzelf absoluut niet zo. Die term bestaat ook helemaal niet, daarom is het zo leuk om het te zeggen. Net zoals het tv-programma De Beste Singer-Songwriter. Ontzettend subjectief! Als iets subjectief is, is het wel kunst. Dat is gewoon bullshit.”