Hooggeëerd bezoek in Tilburg. Er spelen maar weinig artiesten in Brabant die zoveel voor de muziekgeschiedenis hebben betekend als de Britse band Wire. Dit viertal was eind jaren ’70 zijn tijd ver vooruit en stond met klassieke platen aan de wieg van de (post)punk. Hoewel Wire nooit commercieel succes genoot, drukte ze – net als bijvoorbeeld The Velvet Underground – wel degelijk hun stempel op de muziekgeschiedenis. Bands als Blur, R.E.M., The Jam, Joy Division en My Bloody Valentine gaven aan (in)direct beïnvloed te zijn door Wire. “It was actually seeing Wire that gave me the idea to follow a different course” sprak Robert Smith van The Cure, bijvoorbeeld, tijdens een interview in 1996. Anno 2015 weet Wire nog altijd van geen ophouden en de band heeft inmiddels een omvangrijk oeuvre opgebouwd. Eentje waar je ‘u’ tegen zegt. Toch geniet Wire bij de jongste generaties muziekliefhebbers weinig bekendheid. Tijd voor een geschiedenisles want ‘wát maakt Wire zo bijzonder’? We vragen het de Incubate-organisatie, muzikanten die op het festival spelen en Wire zelf.

In 2008 stond Wire ook al op Incubate. Destijds als vijftigers, inmiddels als zestigers. Het viertal bracht eind jaren ’70 achtereenvolgens Pink Flag (1977), Chairs Missing (1978) en 154 (1979) uit. Een reeks baanbrekende platen, uniek voor een band die één jaar voor het debuut, in 1976, werd opgericht. Toch was de koek daarna nog lang niet op. Sterker nog: Wire bracht dit jaar hun veertiende studioalbum uit. De jongste generatie Nederlandse muzikanten lijkt echter geen enkele van die veertien te kennen. “Wire? Ik ken alleen een blad en een serie die zo heten” zegt Moon Moon Moon’s Mark Lohmann (22). Joep Le Blanc (23), de man achter ZES, kan ook weinig met de Britse band. “Ik ken het niet, maar ik ben ook meer van de black- en doommetal. Echt waar”. Niek Nellen (25), frontman van Afterpartees, kent ook geen materiaal van Wire. “Ik weet wel dat er veel mensen mee willen doen aan een project met Wire, The Pink Flag Orchestra”.

Allemaal leuk en aardig, maar veel wijzer worden we niet van deze gesprekken. We zoeken verder naar het geheim van Wire en benaderen enkele internationale artiesten die het affiche van Incubate kleuren. De ogen van landgenoot William Doyle, beter bekend als East India Youth, worden direct groter als de naam Wire valt. ‘I do love Pink Flag!’ poneert hij enthousiast, om te vervolgen: “Wire was een band die vrij obscure muziek produceerde maar ook een innovatief geluid liet horen. Ze zijn erg creatief, ook vandaag de dag nog.” Onder het genot van (veel) Tilburgse biertjes treffen we Ruban Nielson, frontman van Unknown Mortal Orchestra. Hij deelt eenzelfde liefde voor Wire. “Pink Flag is a record everybody should listen to!” reageert hij al even enthousiast als Doyle. “Het is een ware klassieker in de postpunk. Pink Flag bevat alle dingen die (post)punk interessant maken. In het genre is het hele intellectuele muziek.”

Als we Doyle en Nielson moeten geloven moeten serieuze, jonge muziekliefhebbers echt eens luisteren naar Pink Flag? Dat moet zeker, stelt Joost Heijthuizen, festivaldirecteur van Incubate. “Pink Flag is zonder twijfel de beste Wire plaat. Het is een concept-plaat die je op meerdere manieren kunt beluisteren. Ik draai hem zelf heel vaak. Het is heerlijke achtergrondmuziek, vol puntige en snelle nummers. Heel goed geschreven en energiek. In mijn top tien van favoriete platen aller-tijden zou Pink Flag zeker een plaatsje veroveren.” Ook Arnold de Boer, zanger en frontman van de Nederlandse groep The Ex, is een liefhebber van de plaat. “Je moet gewoon een keertje Pink Flag gehoord hebben. Ze hadden net als Gang of Four hét geluid, staccato en best wel funky. Met Pink Flag produceerde Wire een compleet nieuw en eigen geluid. Bands als Interpol hebben daar goed naar geluisterd.” Was Wire een inspiratiebron voor The Ex? Wire is, net als The Ex, immers continu bezig met zichzelf opnieuw uit te vinden en weet met een loopbaan van ruim 35 jaar eveneens van geen ophouden. “Oh ja zeker. Vraag gitarist en oprichter Terrie Hessels maar eens. Hij ging helemaal in de begintijd van The Ex al naar concerten van Wire.”

Inderdaad, Hessels was aanwezig bij één van de eerste Europese concerten van Wire, in 1978. Hij vertelt er gepassioneerd over, alsof het de dag van gisteren was. “Ik heb Wire inderdaad nog in het prille begin zien optreden, tijdens de Pink Flag-tournee. Ze speelden in de grote zaal van Paradiso en het was flink vol ook. Het was geen duur concert maar Wire maakte wel een flinke impact. In het begin van de punk maakte Wire hele eenvoudige dingen die ook een beetje vreemd klonken. Scheef, eigenwijs en net wat anders dan al het andere dat je kent. Ze kwamen flink arrogant over op het podium. Het optreden in Paradiso duurde erg kort, een half uur ofzo. Daarnaast weigerde ze het bekende materiaal te spelen.” Wire maakte zich er niet bepaald populair mee. “Iedereen was kwaad. Men klom zelfs het podium op en trok de monitoren ervan af. Ik heb er geloof ik ook nog eentje vanaf getrokken, haha!” Ruban Nielson zag Wire ook eens optreden in New Zeeland, zo’n tien jaar geleden. Dat bleek een hele andere ervaring. “Ze deden niet zoveel oud materiaal, maar vooral veel nieuwe liedjes. Ook met die nieuwe liedjes blijft Wire een coole band”.

Het moge duidelijk zijn, Wire leeft nog altijd voort bij generaties muziekliefhebbers. Drie van de oorspronkelijke vier leden touren rustig voort. We vragen zanger/gitarist Colin Newman (61), bassist Graham Lewis (62) en drummer Robert Grey (64) om het fenomeen Wire te duiden. Wat maakt Wire nu een legendarische band? Graham Lewis, de grootste persoonlijkheid van de band met een scherp gevoel voor humor, heeft het lastig met de vraag. “Dat is een hele moeilijke vraag om te beantwoorden. Er zijn meerdere verklaringen voor te geven. Ten eerste hebben we de kans gekregen om te blijven doen wat we graag wilde doen als band. We wilden contemporary music maken, die relevant was voor de tijd waarin we speelden. Daarom zijn we ooit een band begonnen en eigenlijk is onze aanpak weinig veranderd door de jaren heen. We hebben nooit een plaat geschreven die écht succesvol werd, en niemand weet wat gebeurd zou zijn met Wire als dat wel gebeurd was. We hebben nooit de pretentie gehad om rijk of beroemd te worden. We wilden gewoon creatief zijn en datgene maken waarvan we dachten dat het relevant is en waarin we geloofden.”

“Wire doet nu veel nieuwe dingen. Muziek is altijd weer bij nul beginnen. Ik denk dat Wire het liefste wil dat je ze beoordeelt op hun nieuwe nummers.” sprak Arnoud de Boer tijdens ons interview. Het blijkt een profetische uitspraak. Eén voor één doen de leden van Wire afstand van het meesterwerk dat ze in 1977 uitbrachten. De oer-Britse frontman van het stel, Colin Newman, legt uit waarom. “Als je als nieuwe muziekliefhebber Wire écht wil ontdekken, dan vind ik de laatste plaat die we uitbrachten, Wire, de meest relevante. Als je Wire hebt beluisterd kun je teruggaan in de tijd. Pink Flag is het eerste dat we ooit uitbrachten en staat het verste van ons af.” Lewis sluit zich daarbij aan. “Pink Flag sloot dingen uit die we niet konden waarderen in de maatschappij. Het was geen manifest of iets dergelijks, maar er zat wel degelijk een boodschap achter. Het was iets fundamenteels om te maken, want eind jaren ’70 werd er veel zinloze en domme muziek gemaakt. Pink Flag moest eigenlijk uitstralen: maak alsjeblieft intelligente teksten, maak intelligente muziek en STOP als je niks nieuws meer hebt te zeggen. 30 seconden zijn soms genoeg. Dat maakt een hedendaagse band als Sleaford Mods ook zo waanzinnig goed.”

Drummer Robert Grey, de meest introverte en bedachtzame van het stel, vult aan. “Veel mensen denken dat Pink Flag het enige album is dat Wire ooit heeft gemaakt. Het is onlosmakelijk verbonden met de jaren ’70. In de geschiedenis van de punkmuziek kan je niet om die plaat heen, in dat opzicht is het een turning point in music. Pink Flag heeft de sluizen geopend voor nieuwe generaties muziekliefhebbers. Zonder Pink Flag was ik ook nooit drummer geworden. We lieten zien dat je geen muzikale scholing nodig hebt om een prima album te maken.” De drummer oogt wat sip, klaarblijkelijk heeft zich vlak voor het interview een conflict voorgedaan in de kleedkamer. Hoe is het om 40 jaar in dezelfde band te zitten? “Je hebt ups and downs. Toen we Wire begonnen waren we vrienden, nu is Wire meer een soort werkrelatie. Als je een goede plaat wil maken moet je elkaar continu bekritiseren, maar dat kan vriendschappen de nek omdraaien. Ik denk dat er nog wel wat vriendschap is, maar de werkrelatie voert de boventoon. We are still discovering new things. Het zou zinloos zijn als we nog steeds Pink Flag integraal speelden. We proberen altijd iets nieuws te ontwikkelen, dat nog niet eerder bestond.”

Tot slot confronteren we Wire met hun legendarisch korte show in Paradiso, waar Hessels eerder over sprak. Hoe ervoer de band de show? “Het was intens. Heel erg intens” herinnert Lewis zich. “De show in Paradiso was extraordinary. In Amerika deden we wel eens tien shows in vijf dagen, in Europa deden we niet anders. We speelden veel materiaal van wat later Chairs Missing zou gaan worden. That really hit the nerve…” Newman vult aan: “`We werden gevraagd om in de Paradiso te spelen, maar hadden slechts een halve set vol nieuw materiaal. Tijdens het optreden speelden we één of twee liedjes zelfs dubbel. We were stupid.” Grey kan zich de show ook nog helder voor de geest halen. “Ze beschadigden het gebouw toch? Wire had destijds het idee dat ze alles konden maken wat ze maar wilden. En dat was de enige correcte houding. We hamerden erop dat we echt iets nieuws deden en dan we niks ouds moesten spelen tijdens concerten. Het was niet vanuit autistische overwegingen, maar we wilde een statement maken. This is us.”

Levert dit verslag dan meer vragen dan antwoorden op? Mogelijk, ja. Toch past dat goed bij een legendarische band als Wire. Wat de band zo uniek maakt? “Well, they’re still together and they didn’t stop. Gang of Four broke up, came together and broke up again. Wire stayed together the whole time and always evolved. As a postrock band, they are the only ones who really survived. Maybe that’s what makes them unique” sprak Ruban Nielson. Hij heeft het beter voor ogen dan Wire zelf. Terwijl de stagemanager aangeeft dat de band bijna het podium op moet, zijn Newman en Grey in een eindeloze discussie beland. Newman besluit uiteindelijk met een even veel- als weinigzeggende conclusie. “Het maakt niet uit hoe vaak je vraagt hoe Wire hier terecht is gekomen. We have no idea…”