Warren Ellis: “Ik ben constant omringt door de terreur van faalangst”
In oktober deed ik een interview met Warren Ellis in Amsterdam. De partner-in-crime van Nick Cave nam bijna twee uur de tijd, sprak met wijsheid en kwetsbaarheid.
Anton Corbijn maakte foto’s. Acht pagina’s in de kersteditie van OOR Magazine.
Dit is de eerste alinea:
De telefoon van Warren Ellis licht op. Het is Nick Cave. Zonder te kijken klikt Ellis het scherm op zwart. Wanneer de Australische multi-instrumentalist, Bad Seed-in-chief en (sinds kort) auteur praat, maakt hij zwierige bewegingen met zijn handen, meestal in cirkelvormen, maar nu — we zijn al even over de afgesproken tijd heen — heeft Ellis zijn wijsvinger belerend in de lucht. “Ik ben geen heilige”, zegt hij, terwijl hij me strak aankijkt. “Ik heb in keukens gewerkt, was een drugsdealer. En toen ben ik naar Europa gegaan om rond te zwerven. Toen ik terugkwam zat ik tot over mijn oren in de schuldsanering. I was pretty fucked up in the head. Toen aanvaardde ik een baan als leraar. Ik was een alcoholist en beginnend heroïneverslaafde.” We kennen elkaar pas enkele minuten.
Nu in de winkel!
Update: ook online te lezen.
Update: hier een outtake uit het interview. Ellis drukte me op het hart dat mijn beroep, leraar zijn, superbelangrijk is. “Teaching is the most noble profession, man, the most noble profession”, herhaalde hij bijna als een soort mantra, met opgestoken wijsvinger en strakke blik.